Calis en Van der Cruijsen gebruikten daarvoor de vijf fases uit het concept design thinking. In elke fase deden enkele ervaringsdeskundigen mee. “We keken in de eerste fasen naar een paar bestaande websites om te zien hoe we meer mensen mee kunnen laten doen. Wat werkt daar wel en niet?”, vertelt Van der Cruijsen. Daarna werden er in fase vier en vijf prototypes getest en gebouwd.

De nauwe samenwerking met de ervaringsdeskundigen leverde een paar mooie inzichten op, vertelt Calis. “We zagen dat het uiterlijk van de website belangrijk is. Gebruik niet teveel kleuren. Pictogrammen kunnen voor herkenbaarheid zorgen. Zet niet teveel tekst op een pagina en geef ook uitleg over een website.” 

Leesbaarheid
Van der Cruijsen deelt een paar interessante inzichten over leesbaarheid. “Ik vind het belangrijk dat een tekst niet te lang is en dat er makkelijke woorden worden gebruikt. Ik vind het ook fijn als je de tekstgrootte kunt aanpassen.” 

Ook de functionaliteit van de website telt mee: mensen willen niet te veel scrollen en navigeren moet makkelijk zijn. Daar kunnen duidelijke knoppen bij helpen, maar bijvoorbeeld ook een voorlees- en meeleesfunctie. 

Als je technologie voor bepaalde doelgroepen onderzoekt en wilt verbeteren, is het belangrijk om die doelgroep mee te nemen, concludeert Calis. “Die doelgroep kan heel goed duidelijk maken hoe je algemene richtlijnen naar de praktijk vertaalt. Dat is natuurlijk niet altijd makkelijk, omdat je niet aan alle specifieke voorkeuren kunt voldoen. Maar met voldoende feedbackrondes kun je heel goed iets ontwikkelen dat past bij de behoeften van de eindgebruikers.”