Dertien posters op een rij
In de ontvangstruimte van het congres van vandaag presenteren zo’n beetje alle universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen van ons land (en zelfs een uit België) lopend onderzoek naar zorg voor mensen met een beperking. Er staan dertien posters op een rij, met vertegenwoordigers van de instelling erbij. De posters worden goed bekeken, veel mensen raken in gesprek over het gepresenteerde materiaal. Dat is heel uiteenlopend: van een app voor LVB-jongeren om appjes voor geldezels op de socials te herkennen tot voorlichting over het helpen van ouderen met downsyndroom.
 
Wat eet je graag?
De manier van presenteren is heel afwisselend. Sommige instellingen (de VU bijvoorbeeld) schrikken niet terug voor veel tekst met staaf- en taartdiagrammen, een onderzoek naar een checklist emotieregulering voor begeleiders. Anderen werken met cartoonfiguurtjes of foto’s. Opvallend: veel onderzoek wordt gepresenteerd in het Engels. ‘Trauma informed care’ van de UvA bijvoorbeeld, of ‘Antibiotic resistance’ van het RIVM. Maar ook eenvoudig Nederlands wordt gebruikt, zoals op de poster van Nivel dat eetgedrag onderzoekt: ‘Wat eet je graag?’. Daar zien we die foto van dat bord stamppot.
 
Ik geef je een kaartje
Maar of er op een poster nu veel of weinig tekst staat, of leuke, kleurige plaatjes of niet, de interactie komt vooral van de gesprekjes die de vertegenwoordigers van de onderzoeksinstellingen aanknopen met de bezoekers van vandaag: de zorgprofessionals en collega-onderzoekers. En als zorgprofessionals één skill hebben die verder niet onderzocht hoeft te worden is het contact leggen en makkelijk informatie uitwisselen. “Wacht, ik geef je een kaartje...” zegt iemand van de HAN tegen iemand van ’s Heeren Loo. En daar gaat het om vandaag: contact leggen en uitwisselen.